Auteurs: Bettina Wollesen, Julia Gräf, Lasse Hansen, Anna Gurevich, Shirley A. Elprama, Andreas Argubi-Wollesen, Kevin De Pauw

Achtergrond: Exoskeletten voor de bovenste ledematen worden aanbevolen om spiervermoeidheid te verlichten, vooral bij werkomstandigheden die ongemakken aan het bewegingsapparaat veroorzaken, zoals werken boven het hoofd. Het dragen van een exoskelet kan echter leiden tot cognitief-motorische interferentie, wat de prestaties beïnvloedt. Inzicht in de neurale impact en mogelijke sekseverschillen in ontwerpeffecten is cruciaal. Daarom is het doel van deze studie om de effecten van exoskeletten te onderzoeken, waarbij vergelijkingen tussen mannen en vrouwen worden gemaakt en de invloed op cognitieve en fysieke werkbelasting in echte scenario’s wordt onderzocht. De onderzoeksvragen richten zich op de invloed van het gebruik van een exoskelet op spiersynergieën, houding van het bovenlichaam, cognitieve bronnen, comfort/discomfort, acceptatie en bruikbaarheid.

Methoden: De cross-sectionele studie integreert een multifactorieel mixed-measure design. Deelnemers zijn gegroepeerd naar geslacht (vrouw vs. man) en werkconditie (met vs. zonder exoskelet). Motorische prestaties en onderliggende neuronale correlaten (fNIRS) zullen worden geanalyseerd. Op basis van een a priori berekening van de steekproefgrootte zullen 80 deelnemers (40 vrouwen/40 mannen) worden gerekruteerd. De werkprestaties zullen beoordeeld worden door 1. Fysieke Prestatie Taak (PILE taak) en 2. Precisie Taak (volgens Fitts). Precisietaak (volgens het Fitts-paradigma), terwijl lichaamshoudingen worden gevolgd met een Xsens bewegingscaptatiesysteem. Hersenactivatie wordt gemeten met een fNIRS-systeem met 32 actieve optodes. Comfort/ongemak van de houding, acceptatie en bruikbaarheid worden gerapporteerd via gestandaardiseerde vragenlijsten.

Discussie: Het onderzoek zal inzicht geven in potentiële sekseverschillen in het gebruik van exoskeletten en zal bijdragen aan het ontwerpen en optimaliseren van de implementatie van exoskeletten door rekening te houden met spiersynergieën, bewegingsvariabiliteit en cognitieve toewijzing van middelen. Daarnaast benadrukt het onderzoek ook het ongemak voor de gebruiker, een cruciale factor die een wijdverspreide toepassing, vooral onder vrouwen, in real-world scenario’s zou kunnen belemmeren.

Lees het artikel hier